Julius Röntgen: Agnete (1914)

  • RontgenSLAgnete
  • RontgenSLAgnete2
  • RontgenSL7
  • AgneteJosTijssen2
  • AGneteMathildeDenney320
  • AgneteHendrikVanOortOlaf
  • Gonne van Uildriks libretto for Julius Röntgen's 'Agnete'
  • Opening page of the manuscript score of Julius Röntgen's 'Agnete'
  • Julius Röntgen, portrait
  • Josef Tijssen, tenor creator of Rupert in Röntgen's Agnete
  • German soprano Methilde Dennery, creator of Agnete in Röntgen's 'Agnete' (here as Wagner's Elisabeth)
  • Hendrik C. van Oort, creator of Olaf in Röntgen's 'Agnete'

‘De muziek – ze was een verrassing! Niet dat we van Röntgen niet heel veel goeds gewend zijn; maar als operacomponist kende men hem niet, en juist ook op dat terrein blijkt hij groote verdiensten te hebben. We zeiden ‘t al; de muziek vulde dramatische leemten aan. Er was leven en actie in; melodische schoonheid en lyriek, die door haar ongewonen zangerigheid tot de menschen sprak. De orkestrale schildering was meer malen prachtig – (hoe indrukwekkend mysterieus al dadelijk in den aanvang) –  en ook de muzikaal-realistische teekening was scherp en karakteristiek. Het was een werk van een talent – dat wel eens een enkele maal de gedachten naar Wagner deed teruggaan, maar door veel eigens z’n persoonlijke cachet behield.’ (recensie Agnete, Haagsche Courant, 25 januari 1914.)

‘Wat heeft een kwart eeuw Nederlandse opera dan precies opgeleverd? Allereerst Wagenaars De Doge van Venetië, gevolgd door Leiden Ontzet van Cornelis van der LindenDe herbergprinses en De bruid der zee van Jan Blockx en tenslotte, hoewel geen meesterwerk, ook Röntgens Agnete.’ (Recensent Haganus in een polemiek met Cornelis van der Lindens failliete opera over de vraag wat een kwart eeuw Nederlandse opera’s precies had opgeleverd in Een Nederlandsche Opera. Pro: C. van der Linden. Contra: Haganus, Baarn, 1914.)

‘Daar dweep ik niet mee. De opgegeven text, een prijsvraag [van de Nederlandsche Opera-vereeniging], was niet naar mijn smaak...wat al te romantisch.’ (Julius Röntgen over Agnete in een interview uit 1925.)

 
401COnc3Logo130401Concerts 3 (Video)
Download: € 7.99
401COnc3LogoAud130401Concerts 3 (Audio)
Download: € 7.99

 

Julius Röntgen: Agnete
Libretto: Gonne van Uildriks
Wereldpremière: 20 januari 1914, dinsdag, 20.00 uur *
Amsterdam, Stadsschouwburg
Theresa, een oude vrouw (Jeanne Blijenburg), Agnete, Theresa’s kleindochter (Mathilde Dennery), Hanna, Theresa’s kleindochter (Agnes Wibbels), Rupert, Agnete’s verloofde (Josef Tijssen), Olaf (Hendrik C. van Oordt), Martha, jonge dienstmaagd (Christine Vroons), Een oude man (Jan Hemsing), De drie heilige Koningen (Anne v.d. Bruggen, Nelly Engelen, Lenie Hoek), Kinderen (Kinderkoor o.l.v. mej. Middelrath), monniken (Mannenkoor ‘Apollo’ o.l.v. Roeske), Residentie Orkest o.l.v. Julius Röntgen. Regie: Alexander Saalborn. Decors en kostuums naar tekeningen van de heer A.C. Sommer door respectievelijk de Firma’s Sommer en André Helsloot.
* De librettiste kon om gezondheidsredenen niet bij de voorstellingen zijn.

22 januari 1914, ‘s-Gravenhage, Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen (in het bijzijn van Hare Majesteit de Koningin)

29 januari 1914, Rotterdam, Grooten Schouwburg

29 mei 2016, 401Concerts 3, Kröller-Müller Museum, Otterlo
‘Dreigt ook gevaar’ (Ruperts lied)
Denzil Delaere (Rupert), Pieter Dhoore (piano)
Download via: 401Concerts 3 download

Korte inhoud

Tekst: René Seghers
Partners: Nederlands Muziek Instituut, Kröller-Müller Museum

Een Noors bergdorpje. Het is winter. In een boerenwoning zingt Martha een vroom kerstliedje aan het spinnewiel, ‘Heer jesus lach in’t cribbelijn’. Theresa onderbreekt de dienstmaagd. Het is gaan stormen en de kozijnen dienen te worden gesloten. Ze is bang voor het onverklaarbare sinds haar opa dood in een rotskloof werd gevonden en haar vader omkwam bij de jacht. Zijn beide broers werden door sneeuwval geveld, waarbij één van hun bruiden spoorloos verdween. Diep in het woud is toen een tweeslachtig ras ontstaan, half mens, half geest, dat haar vijandig is gezind. Hoewel Theresa zelf gelukkig trouwde, werd haar dochter Hulda in een nacht voor kerstmis gegrepen door een vreemde geest. Hulda’s echtgenoot Björn sloeg tijdens de zoektocht de hand aan zichzelf. Hulda is sindsdien nooit meer gezien.
Rupert komt aangelopen. Hij zingt een zwaarmoedig lied, ‘Dreigt ook het duister’ (een fragment hieruit treft u in bijgaande videotrailer van 401Concerts 3 aan). Marthe schrikt als ze de trouwring aan zijn hand ziet: de ring dragen voor het huwelijk is voltrokken brengt ongeluk! Rupert wuift haar waarschuwing weg. De drie Koningen kloppen aan met hun lied, ‘Drie Koningen uit het morgenland’. Hanna is verlaat omdat ze de kindjes op hun tocht heeft vergezeld. Daarbij verdwaalden ze in het bos, waar Agnete hen het juiste pad wees, de rode plooien van haar mantel hoog opwapperend in de wind, haar gelaat bleek in het ravenswarte haar. Het sneeuwde hard, maar tot Hanna’s huiver daalde geen vlokje op Agnete neer. Agnete zag iets dat Hanna zelf niet kon zien. Als Rupert zijn verloofde vraagt wat dat wel niet was, zingt Agnete haar monoloog, ‘Ik zag nog niet, nog niet’. Hierin verhaalt ze dat ze al sinds haar kinderjaren soms door het gevoel werd overvallen dat er 'iets' te gebeuren stond.
          De monnik Olaf klopt aan en vraagt gastvrijheid. Het is muisstil geworden buiten. Zijn sombere lied hervattend vertrekt Rupert in de nacht om de kinderen thuis te brengen. Alleen zingt Olaf te worden voortgedreven door een onzichtbare vijand die hem steeds dwingt zijn geliefde te vermoorden. Hij is een kind van liefde en haat, gedoemd tot eindeloos onvervuld begeren. Hij blijkt de minnaar van Agnete’s moeder, die door Agnete’s vader in het woud werd vermoord uit jaloezie. Nu begeert hij haar dochter, Agnete. Die daalt de trap af en verhaalt hoe zij haar moeder langs het steile rotspad zag vluchten voor haar eigen vader. Olaf antwoordt dat Agnete heeft gevonden wat haar ziel steeds zocht. Agnete herkent zijn stem en beidenze verliezen zich in een hartstochtelijk duet, ‘O wreede, zoete stem/ Ge kent die stem, Agnete’. Als ze zich Rupert herinnert slaat de bliksem in. Olaf maant haar tot overgave, hij is als de sneeuw die vlok na vlok haar blanke wade weeft. Hij slaat zijn witte mantel om Agnete heen en geeft haar de kus des doods.
          Er wordt weer aangeklopt. Marthe doet open. Het is Hanna in gezelschap van een oude man. De bliksem heeft de eik geveld waar Rupert onder stond. Hij was op slag dood. Dan ziet Hanne dat ook Agnete is verzonken in de slaap waarin geen morgen daagt. In de verte klinkt Olafs stem, wee klagend. Een groep monniken zingt vanachter het toneel het slotkoor, ‘Gij gaaft het heil verloren’.

Bespreking

Na een gelegenheidsjeugdwerkje uit 1879, Die Enthousiasten, en de instrumentatie van de derde akte van Carl Nielsens Maskerade in 1906 waagde Julius Röntgen zich pas in 1913 aan een echte opera met de eenakter Agnete op tekst van Gonna van Uildriks. Deze had hiermee in 1911 een libretto wedstrijd van de slapende Nederlandsche Opera Vereeniging van wijlen Richard Hol had gewonnen. Röntgens deelname aan de daaropvolgende compositiewedstrijd rondom het libretto is opmerkelijk. Als gerenommeerd componist had hij immers meer te verliezen dan te winnen. Later liet Röntgen zich bovendien weinig positief over het sterk anachronistische libretto uit dat de exploitatie van het bovennatuurlijke à la Weber, Marschner en Wilhelm Ratcliff in het compacte keurslijf van Mascagni's Cavalleria rusticana propte.
     Nadat de gerenommeerde Röntgen de compositiewedstrijd had gewonnen besloot De Nederlansche Opera Vereeniging de uitvoering zelf ter hand te nemen, ‘teneinde te voorkomen dat dit in het buitenland zou gebeuren.’ Men had de hoop met het werkje aan te tonen dat ook Nederland op muziekdramatisch gebied iets te bieden had. Een oproep om financiële steun resulteerde in financiële toezeggingen van diverse leden van het Koningshuis, waarna van alle kanten het geld binnenstroomde, niet in de laatste plaats van de gemeentebesturen van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, de beoogde opvoeringslocaties. De wereldpremière vond plaats op 20 januari 1914 in de Amsterdamse Stadsschouwburg. De Keulse sopraan Mathilde Dennery vertolkte de titelrol (vocaal soeverein maar in onverstaanbaar Nederlands), Hendrik van Oordt was ‘een griezelig echte’ Olaf en Jos Thijssen zong Rupert met de vereiste grote tenorstem. Alexander Saalborn tekende voor de regie en Röntgen zelf dirigeerde het Residentie Orkest. Het aantal opvoeringen bleef beperkt tot drie, de première in Amsterdam, gevolg door een opvoering in Den Haag en Rotterdam.          
       De recensies waren echter overwegend laaiend enthousiast. S.Z. in Algemeen Handelsblad prees net als het NRC het later verguisde libretto vanwege de vele dramatische mogelijkheden die het bood. Röntgens bloeiende melodieën mondden uit in hoogtepunten als het spinneliedje van Martha, het tafereel bij de kerstboom waar de drie koningen hun lied zingen, het duo van Agnete en Rupert (waarin de componist de verduistering van de mooie jeugdherrinneringen en de wolken die er over hun liefde trekken met innige motieven schilderde) en Agnete’s aria ‘Ik zag nog niet…’. Het Rotterdamsch Nieuwsblad schreef dat het Röntgens verdienste was voor alle hartstochten tonen te hebben gevonden die leven in de grauwheid van de tekst brachten terwijl ze toch de somere grondtoon vasthielden. Wat verder trof was dat hij in zijn compositie niet zozeer van Brahms en Grieg uitging, maar dat hij het werk vanuit Wagneriaanse principes had behandeld met een pakkend Nederlands muziekdrama als eindresultaat. De hele productie stond verder duidelijk in het teken van de vurig gewenste wederopstanding van Nederlands lyrische kunst. S.Z. vatte dit streven samen in zijn slotzin: ‘Houdt moed!’
     Hoewel de zaal in Rotterdam maar matig gevuld was kende de euforie voor even geen grenzen. Er verschenen zelfs berichten in de pers dat Duitse en Deense vertalingen voor opvoeringen in het buitenland in de maak waren, maar daarvan is nooit meer enig bericht vernomen. Tot de uitvoering van Ruperts lied ‘Dreigt ook gevaar’ op 401Concerts 3 in Het Kröller-Müller Museum op 29 mei 2016 is van Agnete sinds 1914 geen noot meer vernomen.

Download 401Concerts 3 met Agnete en De Lachende Cavalier

401COnc3Logo150De opname van ons 401Nederlandse Operas concert is downloadbaar via 401Concerts 3, met daarin naast Julius Röntgens Agnete en De lachende Cavalier ook aria’s en duetten uit Daniël de LangeLioba, Willem Landré's De roos van Dekama, Cornelis Doppers De blinde van Casteel Cuillé, Gerard von Brucken Focks Jozal, Jan van Gilse's Helga von Stavern, Jan Brandts Buys’ De kleermakers van Marken (Die Schneider von Schönau) en Richard Hagemans Caponsacchi.