François Auguste Gevaert (1828-1908)

  • SlGevaert2
  • SlGevaert3
  • SlGevartCapLog
  • SlGevaertPort
  • SlGevaert17
  • François Auguste Gevaert
  • Quentin Durward libretto
  • Le Capitaine Henriot, 2015 Brussels revival
  • Portrait of Gevaert
  • Gevaert at age 17

De Vlaamse componist François Auguste Gevaert was een wonderkind. Hij won als negentienjarige al de Prix de Rome voor de cantate Le roi Lear (een onderwerp dat Verdi veertig jaar lang zoveel vrees inboezemde, dat hij het nooit componeerde). Gevaert ontpopte zich gaandeweg als een geniaal muziektheoreticus en werd directeur van het Brusselse Conservatorium, waar hij de Concerts du Conservatoire stichtte. Een uitloper daarvan was de Conservatoriumuitvoering van Gevaerts opéra comique, Le Capitaine Henriot, op 5 maart 2015, door studenten van het Conservatorium. Wij hebben hiervan in samenwerking met het Conservatorium een professionele live registratie gemaakt. Daarnaast registreerden wij in 401Concerts Nr. 2 highlights uit zijn succesvolle opera Quentin Durward tijdens een concert met Vlaamse operahighlights in Museum Vleeshuis, Antwerpen, op 27 januari 2016. Solisten waren bariton Joris Grouwels en sopraan Pauline Lebbe.

 
401COnc2Logo130aud401Concerts Nr. 2 (Audio)
Download: € 7.99
401Conc2Logo130401Concerts Nr. 2 (Video)
Download: € 7.99

 

Tekst: René Seghers

Het muzikale talent van François-Auguste Gevaert (Huysse bij Oudenaarde, 31 juli, 1828 – Brussel, 24 december, 1908) openbaarde zich vroeg. Hij studeerde aan het Gentse conservatorium piano, harmonieleer en compositie. Reeds op vijftienjarige leeftijd trad hij als pianoleraar op. Enkele jaren later was hij organist in het jezuïetencollege te Gent. In 1847 werd hij onderscheiden door de Société des Beaux-Arts te Gent voor zijn cantate België. Nadat hij in hetzelfde jaar de Prix de Rome won voor zijn cantate Le roi Lear, maakte hij uitgebreide reizen door Spanje, Duitsland en Italië. Daarna vestigde hij zich in Parijs.

De operacomponist Gevaert

Opmerkelijk genoeg had Gevaert zijn opera oeuvre op dat moment al volledig gecomponeerd, want dat ontstond tussen 1840 en 1864. Zijn eerste proeve van kunnen leverde hij in 1840 al op twaalfjarige leeftijd, met La comedie à la ville. Zeven jaar later, in 1847, presenteerde hij Hugues de Zomergem, gevolgd door de opera’s Le ballet de Marguerite (1851), Quentin Durward (1858), Le diable au moulin (1859), Le château de Trompette (1860) en Les deux amours (1861). Zijn laatste opera was Le Capitaine Henriot, die in 1864 werd gecreëerd. Laatstgenoemde opera is met Quentin Durward zijn bekendste werk in het Frans georiënteerde genre opéra comique. Deze opera’s waren overigens bepaald geen locale Brusselse affaires, maar prestigieuze premières aan de Parijse Opéra-Comique (hetgeen zijn latere aanstelling als koordirigent aan L’Opéra daar verklaart). Het naar Walter Scott gecomponeerde Quentin Durward beleefde zijn wereldcreatie aan de Opéra-Comique op 25 maart, 1858. Het drinkkoor van de Schotse wachters, ‘Buvons amis au souvenir de la patrie’, was destijds bijzonder populair en wellicht Gevaerts meest succesvolle operafragment.

Le Capitaine Henriot werd op 5 maart 2015 opgevoerd in het Koninklijk Conservatorium van Brussel, door studenten van het conservatorium. De opvoering was concertant, met kamerensemble en gedeeltelijke regie. Dat maakt het een unieke uitgraving van een historische partituur, waarmee het scheppen van een beroemde Vlaming voor het eerst in 150 jaar wordt ontsloten. Wij zullen hier en op onze aan Le Capitaine Henriot gewijde pagina in de week na de opvoering ook film en geluidsfragmenten van de opvoering tonen, omdat een opera in de geest van het 401NederlandseOperas project nu eenmaal niet leeft van toelichtingen alleen. Wij hopen delen hieruit te zijner tijd in ons downlaodlprogramma op te kunnen nemen.

Download fragmenten uit Quentin Durward

Voor ons downloadprogramma met Vlaamse Opera Aria's & Duetten 401Concerts Nr. 2 gebruikten wij de Antwerpse opname van 27 januari 2016 uit Museum Vleeshuis, door onszelf gemaakt in coproductie met de solisten. Daarin zitten uit Gevaerts Quentin Durward (1858) de aria ‘Enfin le Roi... Le ciel lui-même’ (Aria Isabelle) en het duet ‘Il va venir... Mon père était jadis’ (Duet Isabelle, Crèvecoeur), vertolkt door sopraan Pauline Lebbe en bariton Joris Grouwels. Verder fragmenten uit Jan Blockx' operas De herbergprinses en het centrale duet uit de tweede akte van De bruid der zee, alsmede aria's en duetten uit opera's van Armand Limnander van Nieuwenhove, Emiel Wambach en August De Boeck. Fragmenten hieruit zijn te zien in bovenstaande video trailer. Het complete concert is downloadbaar van onze Vlaamse Opera Arias & Duetten Concertpagina.

De componist Gevaert

WebGevaertCongoWat geldt voor Gevaerts opera’s geldt feitelijk ook voor zijn verdere oeuvre, dat rond de tijd van Le capitaine Henriot en de cantate Jacob van Artevelde stokt, omdat hij opgaat in zijn dirigentschap en vervolgens in zijn didactische en literaire taken. Desalniettemin bleef hij selectief componeren. Pijnlijk genoeg is zijn enige qua muziek bekend gebleven werk 'Vers l'avenir', het Volkslied van Belgisch Congo, een onbeduidend gelegenheidswerkje en hommage aan de tegenwoordig zeer omstreden Leopold II, dat het niettemin in het 78-toerentijdperk tot een opname bracht. Zijn bekendste religieuze werk, de 'Grand'Messe de Noël', voor drie vrouwenstemmen en orgel stamt uit 1907. Het is tevens zijn laatste werk. In zijn componeren was Gevaert primair vocaal georiënteerd.


François-Auguste Gevaert: Vers l'avenir (Hymne Belgisch Congo)

Zijn belangrijkste cantates zijn België, Le roi Lear, Adieu à la mer, De Nationale Verjaerdag en Jacob van Artevelde. Zijn in naam bekendste koorwerken waren 'Super flumina babylonis' (met orkest), 'Missa solemnis pro defunctis', 'Gran’Messe de Noël', en het 'Te Deum'. Verder componeerde hij tal van motetten en liederen, maar ook orkestwerken, kamermuziek, pianowerken en orgelmuziek. De meningen over zijn muzikale scheppingen zijn verdeeld. Enerzijds wordt gewezen op een briljante technische basis, anderzijds op een gebrek aan geniale individualiteit, die zich wel in zijn muziekwetenschappelijke publicaties openbaart.

GevaertArteveldLPRenVerbDoorgaans wordt een uitzondering gemaakt voor zijn late cantate Jacob van Artevelde uit 1864 (op plaat vertolkt door Renaat Verbruggen), hetzelfde jaar als Le capitaine Henriot. Dat prikkelt de nieuwsgierigheid naar die opera, temeer daar het oordeel over Gevaerts componeren feitelijk een oordeel over een oeuvre is dat verder overwegend uit jeugdwerken bestaat. Desalniettemin wijs ik erop dat het hier toch om een winnaar van de Prix de Rome gaat, al stond dat instituut destijds niet bepaald bekend om zijn vooruitstrevendheid. Toch voegt hij zich daarmee in een illustere lijst van winnaars voor en na hem van Berlioz tot Ravel. Ook de onderscheiding van zijn eerste cantate, België, door de Société des Beaux-Arts te Gent in 1847 duidt op vroege erkenning. Wellicht belangrijker nog is het gegeven dat Gounod en Thomas, met wie hij op goede vond stond in Parijs, hem als componist serieus namen. De beroemde dirigent Hans von Bülow liet zich verder lovend over zijn opera’s uit. Dit maakt dat wij in Le Capitaine Henriot zeker op een aantal fraaie hoogtepunten kunnen rekenen. Waarvan later verslag.

Parijs!

In 1867 werd Gevaert koordirigent aan L’Opéra de Paris. Hij bleef daar tot het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog, waarna hij terug ging naar België. In1871 werd hij daar benoemd tot directeur van het Conservatorium te Brussel, als opvolger van François-Joseph Fétis. Hij volgde Fétis niet alleen op als directeur, maar zette ook diens muziekwetenschappelijk onderzoek voort, dat leidde tot tal van gezaghebbende publicaties over met name antieke en vroegmiddeleeuwse muziek. Zijn drie belangrijkste werken zijn 'Histoire et théorie de la musique de l’antiquité' (1875-1881), 'Les origins du chant liturgique de l’Église latine' (1890), en 'La mélopée antique' (1895-96). In het laatste opus heeft hij, na op gevorderde leeftijd Latijn en Grieks te hebben geleerd, geprobeerd de moeilijke problemen van de Griekse modi te doorgronden. Wat het Gregoriaans betreft stelde hij dat niet Gregorius I, maar een van zijn voorgangers het grote hervormingswerk heeft verricht. Ook zijn 'Traîté générale d’instrumentation' uit 1863 is invloedrijk gebleven.

Brusselse conservatoriumjaren

Als directeur van het Brusselse Conservatorium bleef Gevaert meer dan 30 jaar in functie. Gedurende die periode heeft hij zich daar op tal van terreinen onderscheiden, onder meer door het stichten van de Société des Concerts du Conservatoire, waarmee hij destijds Bach, Händel, Gluck, Beethoven maar ook Wagner (her-)introduceerde bij het Brusselse publiek. Onder Gevaerts bestuur steeg het peil van het conservatorium aanmerkelijk. In de opleiding van musici streefde hij naar ontwikkeling van de persoonlijkheid. Hij zocht aansluiting bij de grote tradities van het verleden. Hij was gerespecteerd in de Académie en ook buiten de muziekwereld. De Königliche Preussische Akadémie en het Institut Français namen hem onder hun leden op. Gevaert overleed te Brussel op 24 december 1908, op tachtigjarige leeftijd.

Gevaert op CD

WebGevaertCDFugaEr is een in kleine oplage verschenen CD (Fuga Libra FUG545), uitgegeven rondom kerstmis 2008, ter gelegenheid van Gevaerts honderdste sterfdag. Centraal staat Gevaerts 'Grand'Messe de Noël', voor drie vrouwenstemmen en orgel uit 1907. Anders dan Gevaerts vroege werk weerspiegelt het zowel zijn studies in vroeg liturgische muziektradities als zijn interesse in de nieuwste ontwikkelingen in de Duitse school. Zo vinden we hier modale, aan renaissance muziek herinnerende akkoorden naast Wagneriaanse chromatiek.


François-Auguste Gevaert: Puer Natus est Nobis (Grand'Messe de Noël) 'Agnus Dei'
Ensemble Vocal Le Petit Salon, Thibeau Lenaerts (conductor), 2008 (CD Fuga Libera 545)

Het was met name deze autonome muzikale interesse die hem bij leven en directeurschap aan het Conservatorium in open conflict bracht met Benoit, die tot aan zijn dood een nationalistische muzikale lijn zou propageren. Gevaert was uiteindelijk meer kosmopolitisch ingesteld en brak met het nationalisme. Het Brusselse koor 'Ensemble Vocal du Petit Sablon' zingt verder een aantal kerstliederen als 'Les Cloches de Noël', 'Canticum Natalitiae' en verschillende bewerkingen van volksliederen. We citeren hier het oordeel van Steven de Waele op Kwadratuur, 2008:

‘Op enkele kleine minpuntjes na is dit een verrassend mooie kerst-cd, die een 'serieus' werk, Gevaerts 'Grand'Messe de Noël' combineert met volks- en kerstliederen die Gevaert voor koor bewerkte; die tonen dat hij zeker een niet te onderschatten figuur uit de romantiek in de lage landen was.’

CD tracking
Libra CD FUG545

Grand'Messe de Noël: Puer Natus est Nobis
10 Noëls harmonisés à quatre voix: Le Sommeil de L'enfant Jésus
Voisin, d'où venait ce grand bruit? Le Message des anges
Le Bel ange du ciel
Noël pastoral de 1750
Chanson joyeuse de Noël
Musette
Noël du XVIII siècle
Nous sommes trois souverains princes
Ô Nuit, heureuse nuit
Canticum Natalitiæ
Kerstlied (Henri Claeys)
Les Cloches de Noël (Theophile Gautier)

Caroline Weynants (soprano); Thibaut Lenaerts (tenor); Sophie Hallynck (harp); Nico Declerck (harmonium); Xavier Deprez (orgel); Ensemble vocal Le Petit Sablon / Thibaut Lenaerts.