Hendrik Andriessen (1892-1981)

  • Speigel-campbeeld320
  • Andriessen-Speigel-van-Venetie-Wilma-Driessen-Soprhia-van-Sante
  • AndriessenSLideLOGO
  • AndriessenSlide2
  • September 2017 productie Spiegel van Venetië Haarlem opera
  • Wilma Driessen & Sophia van Sante in De Spiegel van Venetië 1967.
  • Hendrik Andriessen

Hendrik Andriessen (17 September 1892, Haarlem – 12 April 1981, Haarlem), met zijn broer Willem (1887-1964) de middelste generatie van een bekend muzikantengeslacht. Het belang van Andriessen als componist wordt doorgaans gezien in de ontwikkeling van de liturgische muziek. Zijn uitspraak 'Kerkmuziek is alleen die muziek, die één is met het organisme van de kerkelijke dienst', bracht hij voor het eerst in de praktijk in de tweestemmige Missa in honorem sacratissimi Cordis uit 1919, waarin de zangstemmen en de instrumentale begeleiding tot hun simpele essentie waren teruggebracht. Maar ook in de Nederlandse liedkunst heeft hij met ‘Miroir de Peine’ blijvende sporen achtergelaten. Hierin doet vooral de invloed van de Franse school zich gelden. Heel anders is dat in zijn bekendste opera’s, Philomela (1949) en De spiegel uit Venetië (1964). Het eerste werk beleefde zijn succesvolle première op het Holland Festival 1950, het tweede werd gecomponeerd voor de Nederlandse Opera, maar beleefde zijn première op de KRO televisie. In september 2017 werd De spiegel van Venetië door de Haarlem opera en dirigent Andrew Wise opnieuw tot leven gewekt. Geënsceneerd nog wel! 

Tekst: RS

Hendrik Andriessen was een zoon van Nico Andriessen, organist van de Haarlemse Sint-Josephkerk, en de schilderes Gesina Vester. Hij was een broer van de pianist en componist Willem Andriessen en de beeldhouwser Mari Andriessen. Zijn grootvader was kunstschilder Willem Vester. Andriessen koos na een kortstondige journalistieke carrière bij de Nieuwe Haarlemsche Courant in 1912 definitief voor de muziek. Hij nam orgelles bij de toenmalige Haarlemse stadsorganist Louis Robert, volgde een jaar later zijn vader Nico op als organist van de St. Josephkerk. Hij bekwaamde zich vooral in improvisatie, waar hij later vermaard om zou worden. Van 1914 tot 1916 studeerde hij compositie bij Bernard Zweers aan het Amsterdamsch Conservatorium. Bijvakles orgel ontving hij van Jean-Baptiste de Pauw. Enerzijds maakte de stijl van Diepenbrock diepe indruk op de jonge musicus, maar het gregoriaans was eveneens een grote inspiratiebron. Vanaf 1915 werkte hij in de Haarlemse St. Josephkerk ook samen met de Vlaamse musicus Jos de Klerk; de kerkmuziek nam hierdoor een hoge vlucht. Andriessen keerde zich af van de toen heersende stijl van het Caecilianisme; meer diende hem de muziek van César Franck en vroeg-modernen als Gabriel Pierné en André Caplet tot voorbeeld. Deze periode van Fransse invloed culmineerde in 1923 in de liederencyclus Miroir de Peine (beschikbaar als download in onze Ank Reinders serie).

cov-Ank-Reinders---Favorites
Hendrik Andriessen: 'Miroir de peine'
Ank Reinders (sopraan), Ben Fey (orgel), Den Haag Houtrustkerk, 27 Maart 1977.

De vriendschap met Diepenbrock leidde er in 1928 toe dat Andriessen de orkestratie van Diepenbrocks 'Missa' uit 1890, waarvan slechts het Kyrie en Gloria in een orkestpartituur waren overgezet, voltooide.

Op 12 augustus 1919 trouwde Andriessen met Johanna Justina Anschütz. Van de zes kinderen die zij kregen werden Jurriaan, Caecilia en Louis ook componist. Dochter Heleen maakte carrière als fluitiste. Van 1927 tot en met 1949 was Andriessen docent muziektheorie en compositie aan het Amsterdams Conservatorium. Daarnaast doceerde hij van 1934 tot 1945 orgel, improvisatie en gregoriaans aan de rooms-katholieke Kerkmuziekschool te Utrecht. Aanvankelijk gaf hij daar ook koordirectie en algemene vakken.

Andriessen bleef overigens tot 1934 ook aan de St. Josephkerk verbonden en werd vervolgens dirigent-organist aan de Utrechtse kathedraal Ste. Catharina, van 1937 tot 1949 alleen als organist. Zijn improvisaties genoten hier een immense populariteit.

150AndriessenPhilomelaFRONTLOGO
Hendrik Andriessen: 'Concerto voor Orgel en Orkest' (1950, eerste deel) 'Orkestintroductie'
Bo Houbart (organ), The Brabant Orchestra, conductor Marc Soustrot.

Intussen was hij vanaf 1927 docent muziektheorie en compositie aan het Amsterdams Conservatorium. In laatstgenoemd jaar werd hij directeur van het Utrechts Conservatorium. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in 1942 enkele maanden in het gijzelaarskamp Haaren en het gijzelaarskamp Sint-Michielsgestel. In 1958 kreeg Andriessen daarom de Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet.

Van Philomela naar De Spiegel uit Venetië

150AndriessenPhilomelaFRONTLOGO
Hendrik Andriessen: Philomela (beginning)
Holland Festival, 1950.

Hoewel Andriessens muzikale betekenis niet op het terrein van de Nederlandse opera ligt, behoren zijn twee voltooide werken Philomela en De spiegel uit Venetië toch tot de bekendere titels in het genre. He soms meeslepend mooie Philomela werd op een libretto van Jan Engelman gecomponeeerd in opdracht van de Nederlandse regering, ter gelegenheid van het 50-jarig regeringsjubileum van H.M. Koningin Wilhelmina. Het beleefde zijn première in het Holland Festival 1950 in Amsterdam en Den Haag, onder leiding van Paul Pella. Louise de Vries was Philomela, Greet Koeman was Prokne, Theo Baylé was Thereus en Gerard de Groot zong Pandion. De Holland Festival uitvoeringen kenden veel succes, zodanig dat Leo Riemens het werk als enige Nederlandse opera in de eerste edities van zijn befaamde 'Groot Operaboek' opnam. De gehoopte internationale uitvoeringen bleven echter uit en nadat een aangekondigde reprise in 1956-57 niet doorging, is nooit meer iets van Philomela vernomen tot 401NederlandseOperas het werk in 2018 in haar downloadprogramma uitbracht. Intussen was Andriessen vanaf 1949 als directeur aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag verbonden. Deze functie heeft hij tussen 1952 en 1963 gecombineerd met een buitengewoon hoogleraarschap muziekwetenschap aan de Nijmeegse universiteit.

125SpiegelLogo
Hendrik Andriessen: De spiegel van Venetië 'Daar vaart een boot op de Zuiderzee'
Germaine Stordiau (Clarijn), Kunstmaandorkest Amsterdam o.l.v. Anton kersjes, 1967.

In 1964 voltooide hij zijn tweede opera, de komische eenakter De spiegel uit Venetië, op een libretto van Hélène Nolthenius. Het werk beleefde in 1967 zijn wereldpremière voor de KRO televisie en is een van de eerste echte televisieopera's. Ook van dat werk is nadien niets meer vernomen tot de Haarlem Opera het in samenwerking met het Andriessen/De Klerk Festival in september 2017 geënsceneerd en wel op de planken bracht.

Hendrik Andriessen geldt als een vernieuwer van de katholieke kerkmuziek; talrijke missen, motetten en andere koorwerken etc. getuigen hiervan. Zijn uitspraak "Kerkmuziek is alleen die muziek, die één is met het organisme van de kerkelijke dienst", bracht hij voor het eerst in de praktijk in de tweestemmige Missa in honorem sacratissimi Cordis uit 1919, waarin de zangstemmen en de instrumentale begeleiding tot hun simpele essentie waren teruggebracht. Deze ontwikkeling zette zich voort in o.a. de Missa diatonica uit 1935 voor zesstemmig koor a capella en de Missa Christus Rex uit 1938 voor twee koren en twee orgels. Daarnaast schreef hij veel liederen, kamermuziek, orkestwerken, concerten en drie opera's. Het merendeel van zijn orgelwerken is geïnspireerd door de instrumenten waaraan hij als organist verbonden was. Tot zijn belangrijkste leerlingen en navolgers behoren de 'Tres Pueri': Jan Mul, Herman Strategier en Albert de Klerk. Laatstgenoemde volgde hem in 1934 op als organist van de St. Joseph en bleef in functie tot zijn overlijden in 1998.

De instrumentale muziek is de jubilatie van de zang

Hendrik Andriessens uitspraak 'De instrumentale muziek is de jubilatie van de zang' verwijst naar Andriessens ontkenning van het bestaan van scheidslijnen tussen instrumentale en vocale muziek. Vakmanschap was volgens hem niets zonder de inval en de 'geschonken muziek'. In zijn muziek is het hymnische element even belangrijk als het contemplatieve. In de kerkmuziek was hij een vernieuwer, in zijn overige werk was hij gematigd-modern. Hij creëerde een toegankelijke persoonlijke stijl, die waar nodig, diepgang had of luchtig was als in De spiegel uit Venetië. Naast de opera's en liturgische muziek schreef hij kamermuziek en orkestwerken. Daaronder vier symfonieën. Tot zijn bekendste orkestwerken behoren ook de Variaties en fuga op een thema van Johann Kuhnau voor strijkorkest' (1935) en de 'Ricercare voor symfonie-orkest' (1949).

150AndriessenPhilomelaFRONTLOGO
Hendrik Andriessen: 'Ricercare' (finale)
Concertgebouworkest, conducted by Reinbert de Leeuw on the occasion of Louis Andriessen's 70th birthday.

In de 'Symfonische Etude' van 1953 en de 'Vierde symfonie' uit 1954 experimenteerde hij met twaalftoonsreeksen, zonder daarbij de tonaliteit uit het oog te verliezen!

150AndriessenPhilomelaFRONTLOGO
Hendrik Andriessen: 'Symphony Nr. 4' (finale)
Radio Philharmonic Orchestra, conductor Jean FOurnet.

Andriessen bracht zijn laatste jaren door in een serviceflat in Heemstede. Bij het Hendrik Andriessen Eeuwfeest in 1992, plaatste het Haarlemse Concertgebouw een borstbeeldje van de componist als 19-jarige, gemaak door de Haarlemse kunstenaar Jan Bronner.